Poppenspeler Frans: kruipen in de huid van Jan Klaassen & Katrijn
Uithoorn - Frans Hakkemars is poppenspeler. Hij brengt onder meer de avonturen van Jan Klaassen en Katrijn tot leven. Maar hij kruipt ook in de huid van Reinaert de Vos en heeft zelfs een pop die geënt is op burgemeester Pieter Heiliegers. ‘Poppenspel is een andere manier van communiceren. Het is een manier van anderen ontmoeten.’ Hakkemars treedt niet alleen op in Nederland, maar over de hele wereld. Hij is net terug uit Canada, waar hij was voor het poppentheaterfestival Casteliers.
Poppenspelen deed hij al als hobby, naast zijn studie en later zijn werk als docent maatschappijleer. ‘Na tien jaar ben ik gestopt als docent. Het werk kostte me veel energie en ik had het idee dat mijn leerlingen meer beleefden dan ik als docent.’ Na een stage bij een poppentheater in Bulgarije raakte hij zo door het poppenspel gegrepen dat hij zijn baan opzegde. ‘Een poppentheater in Dordrecht wilde het Bulgaarse gezelschap naar Nederland halen. Ze zochten iemand die hen kon begeleiden.’ Zo kwam Hakkemars in Bulgarije terecht.
Beloning
In het begin durfde hij de overstap naar het poppentheater nog niet helemaal te maken. ‘Ik heb daarom eerst een deeltijdbaan ernaast gehad.' Na een aantal jaar was die deeltijdbaan niet meer nodig en kon hij leven van het poppenspel. ‘Dat is altijd het lastigste, voor elke artiest. Om mensen te laten betalen voor je voorstellingen. Ik heb vaak genoeg een voorstel gehad van iemand met bijvoorbeeld een restaurant. Of ik in ruil voor een voorstelling niet een maaltijd wilde. Het zou een mooie manier zijn om reclame te maken voor mijn poppentheater. Als ik dan antwoordde dat hij in mijn keuken een maaltijd voor mijn vrienden mocht klaarmaken om reclame te maken voor zijn kookkunsten, dan werd het stil.’ De grootste beloning voor Frans blijft toch de reactie van zijn publiek. ‘Het is net tv!’ of ‘Dit is helemaal niet saai’ zijn uitspraken die hij vaak hoort van kinderen.
Dementie
Hakkemars heeft inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd behaald, maar spelen doet hij nog steeds. Bijvoorbeeld op scholen, maar ook voor ouderen. ‘Soms speel ik voor een groep ouderen met dementie. Ze kunnen reageren met ‘je houdt me voor de gek’ , maar anderen gaan er juist helemaal in mee. Dat is mooi om te zien.’
Katrijn
Zijn voorstellingen zijn gebaseerd op bestaande verhalen, maar hij past ze aan zodat ze hem passen. ‘Men vond mij vroeger niet geschikt als Jan Klaassen poppenspeler. Ik ben een beetje zachtaardig,’ legt Hakkemars uit. ‘Het spel van Jan Klaassen is juist heel ruw. In mijn versie is de hoofdrol juist voor Katrijn weggelegd. Jan Klaassen moet haar helpen door af te wassen en schoon te maken, zodat Katrijn ook eens boodschappen voor zichzelf kan doen!’
Karakter
Er wordt al eeuwenlang poppentheater opgevoerd. De bakermat voor Jan Klaassen en Katrijn is sinds de 17e eeuw te vinden in Italië, met het karakter Pulcinella. In andere Europese landen ontstonden soortgelijke figuren, zoals Punch en Judy in Engeland. ‘Het poppentheater was oorspronkelijk bedoeld voor volwassenen. Het spel was vrij ruw. Er werd veel gevloekt, geslagen, met vele seksuele toespelingen. Gezagsdragers als de generaal, huisbaas, koning en de burgemeester werden op de hak genomen. Zo’n honderd jaar geleden deed het poppentheater zijn entree op scholen. Het vloeken, slaan en de seksuele toespelingen waren niet geschikt voor kinderen, vonden leerkrachten en ouders. Daarmee veranderde het spel van karakter. Het imago dat het poppentheater is dat het entertainment voor kinderen is, komt daar vandaan, terwijl er ook prachtige voorstellingen voor volwassenen worden gemaakt.’
Zuid-Korea
Hakkemars is UNIMA councillor namens de Nederlandse Vereniging voor het Poppenspel, de NVP-UNIMA. ’Per land zijn er maximaal vier vertegenwoordigers. Ik zet me samen met anderen in om de situatie voor poppenspelers te verbeteren. Bijvoorbeeld door kennisuitwisseling en educatie. Ik houd me voornamelijk bezig met de promotie.’ Hij kijkt al uit naar volgend jaar, dan vindt het UNIMA congres plaats in Zuid-Korea. ‘We hebben een subsidie gekregen van het Fonds voor de Cultuurparticipatie, om verhalen vertellen met objecten over de toekomst van onze planeet internationaal te bevorderen. We gaan filmpjes van korte voorstellingen maken, van drie tot vijf minuten. Tijdens het wereldcongres presenteren we het resultaat.’
Dit artikel verscheen eerder in de zomereditie van UithoornZ Magazine, nummer 13.